Tips voor blessurevrij trainen
Tips om de kans op blessurevrije training te vergroten en de kans op overtraining te verkleinen:
Train niet meer dan drie dagen achter elkaar je paard. Geef hem daarna een rustdag. Op de rustdag geef je het paard actieve rust. Actieve rust betekent: longeren, weidegang enz. Het paard krijgt dus op de rustdagen gewoon beweging, hetzij op een rustige manier zonder stress. Dit noemt men hersteltraining. Het paard krijgt de kans om bij te komen van de zwaardere training.
Overtrainen
De kunst is om het paard zo te trainen, dat hij sterker wordt zonder overtraind te raken. Een overtraind paard herken je doordat de prestaties van dit paard minder worden, het uithoudingsvermogen verminderd, het paard last van spierpijn heeft, minder gespierd wordt en kortademig is. Als jouw paard deze symptomen vertoont, dan dien je direct de trainingsintensiteit en de trainingsfrequentie te verminderen.
Supercompensatie
Wanneer in jouw training de arbeid-rustverhouding klopt krijgt het paard voldoende tijd om zijn lichaam (sterker) te laten herstellen na zware training. Dit noemen we supercompensatie. Het lichaam/spieren/kapsels/pezen van het paard worden door zware training voor een klein deel ‘afgebroken’ en herstellen zich na een rust weer sterker. Hierdoor krijgt het paard meer spieren, uithoudingsvermogen en een sterker lijf. Een ruiter die zijn paard goed traint geeft zijn paard tijdens de training supercompensatie.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!