Wat scoort in een proef?
Veel ruiters weten nog steeds niet waar een jury naar kijkt in de proef en hoe de beoordeling tot stand komt. Voor veel ruiters is de beoordeling van hun proeven nog steeds een ‘vaag’ gebied. Hoe komt dit?
* Ten eerste wordt er door veel juryleden onvoldoende commentaar op het protocol gezet, waardoor de ruiter niet weet wat er in de proef goed gaat en waar de aandachtspunten liggen.
* Ten tweede is er te weinig communicatie tussen ruiters en juryleden. Beide moeten naar elkaar toetreden, zodat er overlegd kan worden wat de aandachtspunten zijn van de combinatie in de proef.
* Ten derde moeten de ruiters en instructeurs weten wat de belangrijkste richtpunten zijn in de (proefgerichte) training.
In dit artikel leg ik de belangrijkste beoordelingsfactoren van een proef uit, zodat je als ruiter meer inzicht krijgt hoe de beoordeling van een proef tot stand komt. Hier kun je dan ook rekening mee houden in je voorbereiding op de wedstrijden.
Doel van de dressuur
Allereerst gaat de jurering van de proeven uit van het doel van de dressuur. Dit is opgesteld door de overkoepelende mondiale paardensportfederatie: FEI. Het doel van de dressuur zoals opgesteld is door de FEI is: Ontwikkeling van het paard tot HAPPY ATHLETE door een HARMONIEUZE en SYSTEMATISCHE OPLEIDING. Daarbij worden de NATUURLIJKE EIGENSCHAPPEN van het paard verder ONTWIKKELD. Het paard wordt daarbij: LEVENDIG, GEHOORZAAM, SOEPEL en LOS in zijn BEWEGINGEN gemaakt waarbij een volmaakte HARMONIE met de RUITER tot stand komt.
Daarnaast zou de jury jouw prestatie in de proef gaan afzetten tegen het scala van de africhting. Als combinatie moet je in de proef zoveel als mogelijk voldoen aan de onderdelen van het scala van de africhting. Hoe beter je hieraan voldoet hoe hoger de beoordeling van jouw proef zal uitvallen. Juryleden wordt in hun opleiding geleerd om volgens het scala van de africhting de proef te beoordelen.
Wat is het scala van de africhting?
TAKT
ONTSPANNING
AANLEUNING & NAGEEFLIJKHEID
IMPULS & SCHWUNG
RECHTGERICHT ZIJN
VERZAMELING
Elk onderdeel van het scala van de africhting zal ik kort uitleggen. Het is belangrijk dat jouw training gebaseerd is op deze onderdelen. Als je een of meerdere onderdelen niet opneemt in jouw training, dan mis je een belangrijk basisonderdeel van jouw training. Dit zal zeker terugkomen d.m.v. een lagere beoordeling van jouw proeven. De eerste drie onderdelen van het scala van de africhting moeten vooral aanwezig zijn in de B-klasse en de L-klasse. De laatste drie onderdelen worden als beoordelingsfactoren toegevoegd vanaf de M-klasse. Het scala van de africhting zijn jouw richtpunten in jouw training. De basis van jouw training dient hieruit te bestaan. Tevens zijn de onderdelen van het scala van de africhting de beoordelingsfactoren van de dressuurproef. Jouw training dient dus ‘doorspekt’ te zijn met de onderdelen van het scala. Een goede instructeur neemt al deze onderdelen mee in de training.
Takt: ritme, regelmaat (gelijke paslengte) en de juiste volgorde (coördinatie) van de beenzetting.
Ontspanning: psychische en fysieke ongedwongenheid van het paard, om te komen tot volledige werkwilligheid en prestatievermogen. Alleen vanuit ontspanning kan het paard tot de juiste aanspanning komen.
Aanleuning & nageeflijkheid: aanleuning is de licht verende druk op de teugel als gevolg van de voorwaartse inwerking van de ruiter. Als het paard hierbij losgelatenheid vertoont in nek en kaakgewricht, dan is het paard nageeflijk.
Impuls & schwung: de voorwaartse drang van het paard, opgewekt én gecontroleerd door de ruiter. Een juiste impuls wordt zichtbaar door het meer uitgesproken ondertreden van de achterbenen in een gelijkmatige en vloeiende beweging. Een paard heeft schwung als het paard los en soepel door het hele lijf beweegt met impuls vanuit de achterhand. Het paard toont dan souplesse in de beweging.
Rechtgerichtheid: een rechtgericht paard is recht op een rechte lijn en zoveel gebogen op een gebogen lijn als de lijn van hem vraagt. De afdrukken van de achtervoeten treden in het spoor van de voorvoeten.
Verzameling: het paard draagt meer gewicht op het achterbeen.. Door de varzameling verkrijgt men verlichting van de voorhand en meer oprichting. Het paard kantelt het bekken en drukt de schouders en rug omhoog.
Door het voortdurend in de training naleven van de zes onderdelen van het scala van de africhting komt men tot een juiste scholing en gymnastisering van het paard. Het aanwezig zijn van het scala zal door de jury positief gewaardeerd worden in de proef.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!